Scheepvaartmuseum Baasrode vzw
Sint-Ursmarusstraat 137 9200 Baasrode Telefoon: +32 (0)52 46 31 28 of Gsm: +32 (0)476 27 81 09 info@scheepvaartmuseumbaasrode.be
Scheepvaartmuseum Baasrode vzw De vereniging ressorteert onder het gerechtelijke arrondissement Dendermonde (KBO-nummer 0420.511.430.IBAN BE 0011 3713 3828 Website & fotografie, Achiel Triempont
Alle rechten voorbehouden, Scheepvaartmuseum vzw, 2023©
Erfgoeddag “Beestig”
Bestuursleden Voorzitter, Jan Annemans Carlo Van Hoey, ondervoorzitter Erik De Quick, secretaris Denise Van Stappen, Penningmeester
Erfgoeddag 23 april 2023 Dit jaar heeft Faro, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, gekozen voor een breed interpreteerbaar thema, namelijk “Beestig!” Honderden jaren hadden scheepsbouwers en schippers, kapiteins en reders last van ongedierte in hun houten schepen. Bij het gebruik van eikenhout hadden de binnen- en zeeschepen weinig last van houtworm op voorwaarde dat geen spek verwerkt was aan hun schepen en zij in noordelijke wateren bleven. Niet alleen eikenhout werd verwerkt in de scheepsbouw, ook beukenhout en olm werd hiervoor gebruikt. Beuk bleek al direct niet zo geschikt, ook al is het harder dan eik maar eens in het water viel de kwaliteit erg tegen. Olm of iep werd lange tijd gebruikt maar rond het einde van de 19de eeuw kregen de olmen last van schimmels tussen de schors en het hout wat de bruikbaarheid ook niet ten goede kwam. Veel schepen die regelmatig droogvielen, zelfs geklonken ijzeren vissersschepen, werden nochtans voorzien van een olmen vlak. Op het ogenblik dat grenzen door de zeevaarders verlegd werden en zij in tropisch en subtropische wateren kwamen, werden hun schepen gretig opgeknabbeld door paalwormen. Onder de waterlijn werden de schepen dan ook grondig in de teer gezet en gedubbeld, beslagen met koperen platen. Deze handelwijze schrikte niet alleen de wormen af maar ook pokken, mosselen en allerhande aangroei die de snelheid en het aan de wind zeilen van de schepen beïnvloedde, werd vermeden. Ook aan boord was het niet vreemd dat ratten en muizen de ruimen onveilig maakten, denken wij maar aan de schade die deze ongenode gasten, aan de lading konden aanbrengen. Wie heeft er niet gehoord over zinkende schepen en ratten die het eerst het in moeilijkheden verkerende schip verlaten? Niet alleen verlaten zij, als eerste, de schepen, zij doen alle mogelijke pogingen om aan boord te komen. Kennen wij niet de rattenplaten, de cirkelvormige platen die over de landvasten geschoven worden om te vermijden dat deze diertjes, als verstekeling, aanmonsteren op de schepen die aangemeerd liggen aan kaden en in havens? Het werkbeest bij uitstek was het paard. De Brabanders werden ingezet op het jaagpad om sleepschepen bijvoorbeeld van Klein-Willebroek naar Charleroi te halen of van Dendermonde naar Ath. De kers op de taart is natuurlijk de alom gekende schippershond, het “Schipperke”. Het schipperke is de naam van een van oorsprong Belgisch hondenras. Het behoort tot de familie van herdershonden en is het kleinste herdershondje ter wereld, met een schofthoogte tot 32 centimeter, afhankelijk van het gewicht (rond 5,5 kg). De hond heeft een harde vacht met een dichte ondervacht, rond de nek en de achterpoten is de vacht langer. De kleur is meestal zwart. De kleur van de ogen is donkerbruin. Hij heeft hoog ingeplante puntoren. Vroeger meestal zonder staart maar sedert 2006 is het couperen verboden. De staart lijkt sterk op die van een eekhoorn, naar voren gekruld, rustend op de rug. De naam "schipperke" komt eigenlijk van scheperke, een "herder" dus. Omdat dit ras voornamelijk op binnenvaartschepen voorkwam, waar het werd gebruikt om knaagdieren zoals ratten en muizen te vangen, werd het meestal 'schipperke' genoemd. Het schipperke is een alerte waakhond, wantrouwig voor onbekenden, lief en geduldig voor kinderen. De klein uitgemeten hond met een geweldig alerte blik en een ingebouwde alarminstallatie. Je kon geen aangemeerd schip passeren of hij/zij was er, paraat in het gangboord om je af te raden, aan boord te komen. Tekst: Jan Annemans en Maurits Vernimmen
Scheepvaartmuseum Baasrode vzw
Alle rechten voorbehouden, Scheepvaartmuseum vzw, 2023©
Erfgoeddag “Beestig”
Erfgoeddag 23 april 2023 Dit jaar heeft Faro, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, gekozen voor een breed interpreteerbaar thema, namelijk “Beestig!” Honderden jaren hadden scheepsbouwers en schippers, kapiteins en reders last van ongedierte in hun houten schepen. Bij het gebruik van eikenhout hadden de binnen- en zeeschepen weinig last van houtworm op voorwaarde dat geen spek verwerkt was aan hun schepen en zij in noordelijke wateren bleven. Niet alleen eikenhout werd verwerkt in de scheepsbouw, ook beukenhout en olm werd hiervoor gebruikt. Beuk bleek al direct niet zo geschikt, ook al is het harder dan eik maar eens in het water viel de kwaliteit erg tegen. Olm of iep werd lange tijd gebruikt maar rond het einde van de 19de eeuw kregen de olmen last van schimmels tussen de schors en het hout wat de bruikbaarheid ook niet ten goede kwam. Veel schepen die regelmatig droogvielen, zelfs geklonken ijzeren vissersschepen, werden nochtans voorzien van een olmen vlak. Op het ogenblik dat grenzen door de zeevaarders verlegd werden en zij in tropisch en subtropische wateren kwamen, werden hun schepen gretig opgeknabbeld door paalwormen. Onder de waterlijn werden de schepen dan ook grondig in de teer gezet en gedubbeld, beslagen met koperen platen. Deze handelwijze schrikte niet alleen de wormen af maar ook pokken, mosselen en allerhande aangroei die de snelheid en het aan de wind zeilen van de schepen beïnvloedde, werd vermeden. Ook aan boord was het niet vreemd dat ratten en muizen de ruimen onveilig maakten, denken wij maar aan de schade die deze ongenode gasten, aan de lading konden aanbrengen. Wie heeft er niet gehoord over zinkende schepen en ratten die het eerst het in moeilijkheden verkerende schip verlaten? Niet alleen verlaten zij, als eerste, de schepen, zij doen alle mogelijke pogingen om aan boord te komen. Kennen wij niet de rattenplaten, de cirkelvormige platen die over de landvasten geschoven worden om te vermijden dat deze diertjes, als verstekeling, aanmonsteren op de schepen die aangemeerd liggen aan kaden en in havens? Het werkbeest bij uitstek was het paard. De Brabanders werden ingezet op het jaagpad om sleepschepen bijvoorbeeld van Klein-Willebroek naar Charleroi te halen of van Dendermonde naar Ath. De kers op de taart is natuurlijk de alom gekende schippershond, het “Schipperke”. Het schipperke is de naam van een van oorsprong Belgisch hondenras. Het behoort tot de familie van herdershonden en is het kleinste herdershondje ter wereld, met een schofthoogte tot 32 centimeter, afhankelijk van het gewicht (rond 5,5 kg). De hond heeft een harde vacht met een dichte ondervacht, rond de nek en de achterpoten is de vacht langer. De kleur is meestal zwart. De kleur van de ogen is donkerbruin. Hij heeft hoog ingeplante puntoren. Vroeger meestal zonder staart maar sedert 2006 is het couperen verboden. De staart lijkt sterk op die van een eekhoorn, naar voren gekruld, rustend op de rug. De naam "schipperke" komt eigenlijk van scheperke, een "herder" dus. Omdat dit ras voornamelijk op binnenvaartschepen voorkwam, waar het werd gebruikt om knaagdieren zoals ratten en muizen te vangen, werd het meestal 'schipperke' genoemd. Het schipperke is een alerte waakhond, wantrouwig voor onbekenden, lief en geduldig voor kinderen. De klein uitgemeten hond met een geweldig alerte blik en een ingebouwde alarminstallatie. Je kon geen aangemeerd schip passeren of hij/zij was er, paraat in het gangboord om je af te raden, aan boord te komen. Tekst: Jan Annemans en Maurits Vernimmen